Ronny Velthuis
“Dan kriegt wie d’r nog ‘n heel’n goei’n an!!”
Alle comboleden zijn inmiddels geïnterviewd en nu is de jongste van het stel aan de beurt. En waar kun je dat beter doen dan tijdens onze concertreis naar Berlijn, en meer precies tijdens de boottocht op de Spree. Stoere Ronny in een overhemdje, want zoals het een heer betaamt heeft hij zijn jack aan Miranda gegeven omdat het toch wel een beetje koud is op de boot. Net als bij de andere comboleden vraag ik hem eerst om iets over zijn jeugd en familie te vertellen. Ronny werd op 27 november 1967 in Tubbergen geboren. Hij heeft één oudere broer, zijn vader werkte bij het Waterschap en daar komt bij Ronny de liefde voor de natuur vandaan. Aan het einde van de werkdag kwam vader thuis en als dan het eten nog niet klaar was, nam hij de jongens mee op de fiets de natuur in. Hij herinnert zich deze tijd als zorgeloos, moeders werkte niet en was er altijd voor hen.
En zoals dat bij alle jongens het geval is wordt voetbal zijn eerste sport. Bij de Tubbergese Voetbal Club TVC’28, of wel de Tubbergse Varkens Centrale zoals dit gekscherend door Ronny wordt aangegeven. Hij schopt het tot de B1, maar had zelf wel in de gaten dat ‘het grote geld’ er niet inzat. Zo maar, op een zondagmorgen zegt hij tegen z’n totaal verraste moeder: “ik ga even naar de muziek”. De buurjongen speelde bij de drumband van de Schaepmanharmonie in café “De Kreste”, vlak om de hoek, en dat leek hem ook wel wat. Na een week was hij lid en in opleiding bij de alom bekende Frits Hondebrink. Z’n eerste attributen waren een lesboek, een plank met een stuk rubber erop en twee stokken. Repeteren was het devies! Hij viel wel op, want na een week of drie stond het erelid de heer Tassche senior bij hen aan de deur. Hij vroeg aan zijn moeder of Ronny gestuurd was of dat het initiatief van hem zelf uitgegaan was. Toen hij hoorde dat het eigen initiatief was zei hij: “dan kriegt wie d’r nog ‘n heel’n goei’n an!!”. Een opleiding als tamboer en met Palmpasen zijn eerste officiële optreden. Het korps was nog aan het sparen voor nieuwe uniformen, dus nu met een oud uniformjasje en een spijkerbroek, het gaat tenslotte om de muziek.
Zijn eerste concours volgt in 1982. Hij herinnert zich dit als de dag van gisteren. Het Spant in Bussum. Zaterdag met het jeugdorkest en zondags mag hij zelfs meespelen bij de drumband o.l.v. Frits Hondebrink welke niet mee was omdat hij doodziek thuis zat. Het concert is afgelopen, de punten zijn bekend: “promotie en lof van de jury!!!” ‘s-Avonds, nadat het grote nieuws in Tubbergen bekend is, overlijdt Frits Hondebrink en Ronny zegt: “het leek wel of hij hierop had gewacht”. Ook al dronk Frits wel eens een glaasje te veel, Ronny heeft goede herinneringen; als we weer eens niet al te best speelden dan zei hij: “ ik kan net zo goed een zak erwten van de trap gooien, dat maakt meer lawaai dan jullie allemaal”. Bij een bepaald nummer moest Frits een pistoolschot produceren, dat lukte niet altijd bij de eerste poging, dan vloekte hij een keer en dan was het daarna meestal wel raak.
Als 16-jarige komt Ronny in het grote orkest. Er zijn zes slagwerkers, drums, grote trom, pauken en drie leden die allerhande ‘side’ instrumenten bespelen (percussie). Hij noemt Henk een bekwaam en gedreven dirigent, maar we hadden niet zo heel veel met hem te maken. We kregen wat meer tijd om te ouwehoeren. In plaats van een vierkwartsmaat speelden we een driekwartsmaat, dat komt na 12 maten toch weer bij elkaar. Doordat de aandacht van Henk meer gericht was op de andere groepen in het orkest, merkte hij dit niet eens op. Helaas gaan ze enkel naar concoursen, uitwisselingen zoals we dit bij ons koor zien, komen bij hen niet voor. De harmonie heeft hij allang verlaten, dit heeft puur met tijd te maken.
De drumband laat hij ook achter zich begin 2012. Op 24 november 2012 wordt hij tijdens het Kleintje Avond Concert zelfs tot erelid benoemd vanwege zijn inzet als tamboer en drumleraar maar ook als bestuurslid, een taak die hij ook een aantal jaren heeft vervuld.
Sinds 1997 is hij lid van het koor en in het bijzonder het combo. Hij heeft Wim ter Mors en Tonnie Sotthewes nog meegemaakt en noemt die tijd prettiger dan nu. In principe iedere donderdag repeteren en nu is dit minder strak en meer ‘hap – snap’, en dat zie je terug in de kwaliteit. Toen was Wim de leider en nu zijn we dat allemaal en spreken elkaar er ook meer op aan. De reisjes met het koor zijn ‘het toefje op de taart’, maar soms ook zonder het koor. Als begeleidingsorkest van Ben Cramer naar Essen. Nummers van de “Phantom of the Opera” en Henk Kleinmeijer als orkestleider.
De eerste koorreis naar Plymouth was bijzonder en wat hem het meeste is bijgebleven is de poging van veel zangers om hem aan verkering te helpen. Even leek het erop dat de dochter van het gastgezin een kans maakte, maar dat werd slechts een ‘penvriendin’. Nu is hij alweer een paar jaar getrouwd met Miranda en ik ben best benieuwd hoe zij bij elkaar gekomen zijn. Dat wil hij best kwijt en Miranda zit naast hem en hoort zijn story glimlachend aan. Tegen haar neef (en vriend van Ronny) zei ze eens: “ik zoek een lieve knuffelbeer”. Die heb ik: “Ronny!”, waarop Miranda antwoordde: “oh maar die ken ik wel, anderhalve meter groot en ongeveer 65 kg”. Wat kan een mens zich toch vergissen! Er werd een afspraak gemaakt om ergens met z’n vieren te eten, maar toen het etentje er was, bleek alles al bekokstoofd en waren de eerste stappen op het liefdespad al gezet bij de watermolen van Bels in Vasse. Na zeven weken trok hij bij Miranda in en was gelijk ook twee kinderen rijker.